De dienst Onderzoek en Statistiek van de Gemeente Amsterdam heeft de verkeersveiligheid tussen 1957 en 2007 in de stad onderzocht. Een van de uitkomsten is dat er minder verkeersongevallen plaatsvinden, maar dat fietsers een kwetsbare groep blijft. Dat sterkt GroenLinks in haar strijd om veiligere verkeerssituatie voor fietsers: meer eenrichtingsverkeer, meer 30-kilometerzones in woonwijken en het autovrij maken van straten en wijken, zodat er meer ruimte komt voor fietsers.
Dat het aantal verkeersongevallen in de onderzochte periode is teruggedrongen, komt voornamelijk door het instellen van snelheidlimieten. Eind jaren 50 werd de 50 kilometer-limiet binnen de bebouwde kom ingesteld en in de jaren 90 is gestart met 30-kilometerzones. GroenLinks doet in haar rapport ‘Lekker Leven, een gezonde stad voor kinderen’ voorstellen aan het college om de veiligheid op straat te vergroten, door zoveel mogelijk 30-kilometerzones in woonwijken aan te wijzen en het instellen van meer eenrichtingsverkeer.
Ook het voorstel voor een stopverbod bij scholen draagt bij aan de veiligheid op straat. Als de autochaos rondom scholen afneemt, kun je er weer veiliger fietsen en wandelen. Ouders zullen eerder de keuze maken om de kinderen naar school te laten fietsen, wat weer een gezonde beweging is voor kinderen. GroenLinks stelt ook voor om een aantal parkeerplaatsen op straat op te heffen en ruimte te maken voor groen en speelruimte.
Allemaal goede maatregelen om de fietser en de wandelaar te beschermen, zodat toekomstig onderzoek positiever zal uitvallen voor deze groepen.