Het Europees Parlement heeft vorige week besloten dat het aanbesteden van het openbaar vervoer niet langer verplicht is. Dit betekent dat de besluitvorming rond het OV weer een stuk dichter bij huis komt en roept onmiddellijk vragen op over de situatie rond het GVB in Amsterdam.
Het GVB is begin 2007 'extern verzelfstandigd': het GVB is zelfstandig uitvoerder en de gemeente heeft nog zeggenschap over het bedrijf. Met de verzelfstandiging van het bedrijf kon een gesplitste aanbesteding van het OV worden voorkomen. Een gesplitste openbare aanbesteding zou namelijk betekenen dat de gemeente haar zeggenschap kwijtraakt en dat de Amsterdamse tram, bus en metro in verschillende handen terecht zouden kunnen komen.
In de Tweede Kamer is waarschijnlijk een meerderheid voor het plan om de stadsregio’s zelf te laten beslissen over het al of niet aanbesteden van het OV. GroenLinks vindt dat - nu verplichte openbare aanbesteding van de baan is – een bezinning nodig is op het proces dat naar aanbesteding moest leiden. GroenLinks raadsleden Barn Geurts en Jeanine van Pinxteren vragen zich af wat de consequenties zijn voor het openbaar vervoer in Amsterdam. Is het bijvoorbeeld wenselijk en mogelijk om verzelfstandiging van het GVB terug te draaien? En, los van de verzelfstandiging, hoe denkt de wethouder verkeer en vervoer nu over aanbesteding van het OV in 2012? Wat heeft het wegvallen van de druk tot aanbesteding voor gevolgen voor de reorganisatie bij het GVB? En hebben deze ontwikkelingen gevolgen voor de relatie met de stadsregio? Creëert dit bijvoorbeeld mogelijkheden om het opdrachtgeverschap naar ons toe te halen en is dit wenselijk?
Het wegvallen van de verplichting tot aanbesteding maakt herbezinning op de OV-situatie in Amsterdam meer dan logisch. Daarom stelt GroenLinks woensdag 16 mei vragen aan wethouder Herrema in de commissie Verkeer en Vervoer.