GroenLinks wil dat de stad in tien jaar alle straatlantaarns vervangt door energiebesparende ledverlichting. Dat is vandaag is te lezen in het Parool.
Door: Bart van Zoelen
In Amsterdam zijn ledlantaarnpalen nog een zeldzaamheid, terwijl andere gemeenten daar al fors in hebben geïnvesteerd. Zo is volgens Rijkswaterstaat vijf procent van de Nederlandse lantaarnpalen over op led en volgens Philips acht procent.
Amsterdam mag daarbij niet achterblijven, vindt GroenLinksraadslid Jasper Groen. Morgen zal hij in de gemeenteraad voorstellen de overstap op ledlampen in 2025 af te ronden.
Daarmee zet Groen vanuit de oppositie het debat binnen het stadsbestuur op scherp. Uitgerekend 2025 is door wethouder Abdeluheb Choho (D66) in zijn duurzaamheidsagenda genoemd als het moment dat het gemeentelijke apparaat 45 procent minder CO2 moet uitstoten.
Omdat de verlichting goed is voor een derde van de gemeentelijke uitstoot, kan Choho niet goed zonder de zuinige ledlampen. Overgang naar led was vorig jaar ook onderdeel van de sommen die 45 procent minder CO2-uitstoot voor mogelijk hielden.
Maar verkeerswethouder Pieter Litjens (VVD) is verantwoordelijk voor de straatverlichting. Hij zei eerder in de gemeenteraad niet bereid te zijn tot extra investeringen om de straatverlichting versneld te vernieuwen. Daarvoor keek hij Choho aan.
Voor de kosten van de overgang op led heeft de gemeente uiteenlopende berekeningen verspreid. Uit een eerste raming volgde dat de investering zich in elf jaar terugverdient. Later werd deze bijgesteld tot 5,2 miljoen extra kosten over een periode van twintig jaar.
Omdat de investering zich pas op termijn terugverdient, vergt het de komende vier jaar wel een investering van 5,8 miljoen. Groen: "Wij hebben dat er graag voor over."