Evenementen en festivals zijn leuk en maken Amsterdam mede tot een bruisende, levendige stad. Maar de laatste jaren is de druk van evenementen op de stad enorm toegenomen.
Onder verantwoordelijkheid van burgemeester van der Laan is er daarom nu de nota ‘Uitgangspunten voor een evenementenbeleid’ verschenen. Dat zou de drukte in goed banen moeten leiden. Deze week zijn de uitgangspunten besproken in de raad. Dat het een onderwerp is dat de gemoederen bezig houdt bleek wel uit de aanwezigheid van maar liefst 22 insprekers.
Parken
GroenLinks heeft zich in het debat gefocust op de aanwezigheid van festivals in parken. Vorig jaar al nam de raad bij de behandeling van de ‘Agenda Groen’ een aantal moties van GroenLinks aan die de parken moeten beschermen. Parken zijn parels in Amsterdam, toplocaties, onze meest gekoesterde openbare ruimte. Amsterdammers waarderen parken om rust te vinden, bij elkaar te komen, om te picknicken, etc. Geen wonder dat ook festivalorganisatoren hun feestjes graag in parken willen organiseren; wie wil er nou niet gebruik maken van zo’n A-locatie.
Wat GroenLinks betreft kan dat ook, maar: festivals en evenementen zijn in parken te gast. Gasten zijn welkom, brengen leven in de brouwerij en verrijken je leven. Maar wel alleen als ze zich als gast gedragen. Dat betekent dat ze de boel niet slopen, geen rotzooi achterlaten, niet teveel lawaai maken, rekening houden met de buren en dat ze niet te lang blijven plakken. Voor GroenLinks is daarbij de gedachte leidend dat een park in de eerste plaats een publieke tuin is en geen festivalterrein. Als een festival graag een groen decor heeft en in een park wil zitten, gelden daarvoor dus bijzondere voorwaarden.
Voorwaarden
Die voorwaarden had GroenLinks zoals gezegd al ingebracht bij de behandeling van de Agenda Groen en de burgemeester heeft er in deze nota veel overgenomen: het aantal grote festivals per park wordt gemaximeerd, er zijn allerlei waarborgen tegen ecologische schade, maximaal een kwart van het park mag in gebruik zijn voor het festival en de opbouw- en afbouwtijd voor festivals is beperkt. En festivalorganisatoren moeten gewoon gaan betalen voor het gebruik van deze publieke toplocaties. Hadden we in het debat dan nog iets te doen? Zeker!
D66 had namelijk het plannetje gelanceerd dat festivalorganisatoren die ‘investeren in de duurzaamheid’ van een park, in ruil daarvoor meerjarenvergunningen zouden kunnen krijgen om het park te gebruiken. Dat voorstel was een verdraaiing van een eerdere motie van GroenLinks die bepaalde dat festivals die toestemming krijgen een park te gebruiken, wat terug zouden moeten doen voor dat park door geld te storten in een groenfonds dat aan het park ten goede zou komen. Maar D66 draaide dat om, en stelde dus de facto voor dat festivals parken zouden mogen ombouwen tot festivalterreinen en dan in ruil daarvoor allerlei privileges zouden krijgen. GroenLinks heeft dit stevig bekritiseerd, en de burgemeester was het met GroenLinks eens dat dat de omgekeerde wereld zou zijn. De gemeente kan desgewenst duurzame voorzieningen aanbrengen in parken en festivalorganisatoren betalen daar dan gewoon huur voor.
Locatieprofielen
Nu zijn de bestuurscommissies aan de beurt. Die moeten namelijk locatieprofielen opstellen voor elk park. In die locatieprofielen moet worden vastgelegd wat er in elk park mag, hoe vaak festivals kunnen, hoe groot ze kunnen zijn, hoe lang ze mogen duren, etc. Aandachtspunten daarbij zijn verder:
- De geluidsnormen
- Het aantal dagen dat er evenementen mogen plaatsvinden waarbij een deel van de openbare ruimte wordt onttrokken aan de openbaarheid
- Het percentage van de locatie dat door het evenement mag worden onttrokken aan de openbaarheid
- De maximum duur van op- en afbouwen
- De minimale maatregelen ter bescherming van flora en fauna
- De rustperiodes tussen de evenementen
- Gewenste programmering en publieksprofiel
- Bereikbaarheid van de locatie voor overige gebruikers tijdens evenementdagen
- De relatie tot overige overlast gevende bronnen.
Deze profielen worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur van iedere Bestuurscommissie. Desgevraagd bevestigde de burgemeester dat het niet de bedoeling is dat stadsdeelvoorzitters dat even op eigen houtje doen; dat moet in samenspraak met alle belanghebbenden, en het advies wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur.