In haar eerste blog gaf ze een overzicht van de theorie en waar de term vandaan komt. In dit tweede blog kijkt ze naar een voorbeeld van een fearless initiatief in de stad en welke lessen we eruit kunnen trekken.

Voor een concreet voorbeeld van een fearless initiatief in de stad gaan we naar stadsdeel Zuid, naar de Stichting HeenenWeer. Deze stichting biedt deur-tot-deur vervoer binnen de Pijp voor mensen die minder mobiel zijn. Dit kost ze 1,- euro per ritje, een bedrag dat veel beter te betalen is dan een taxi of zelfs vervoer vanuit zorgverzekeringen. De ritjes worden uitgevoerd in kleine elektrische wagentjes zoals de Canta Lux en worden gechauffeerd door vrijwilligers.

Vervoer tegen eenzaamheid

Neeria sprak met Titia van Grol en Mia Bouwhuis, beide lid van Stadsdorp de Pijp en de energieke oprichters van deze dienst, over hoe ze hiermee zijn begonnen en welke weg ze hebben afgelegd.

Ze zagen in hun wijk De Pijp hoe veel mensen die slecht ter been zijn, veelal ouderen, hierdoor erg weinig de deur uit kwamen. Een stukje lopen naar de tramhalte of de markt kost deze mensen al veel moeite, waardoor ze steeds meer laten en steeds minder buiten komen. Een taxi is veel te duur, maar ook aan vervoerders die vergoed worden door de zorgverzekering zitten beperkingen. Dit tast de mobiliteit van mensen aan, en een verminderde mobiliteit tast het meedoen aan de samenleving aan.

Kleinschalig en toegankelijk vervoer

Daarom kwamen Titia en Mia op het idee om kleinschalig toegankelijk vervoer van deur tot deur te organiseren. Het doel van deze dienst was vanaf het begin expliciet tweeledig: makkelijk en betaalbaar vervoer voor mensen die geen korte afstanden kunnen lopen en daarnaast het vergroten van sociaal contact voor mensen die wegens hun mobiliteitsbeperking vereenzamen.

Gewoon beginnen

En ze zijn gewoon begonnen. Het vinden van de eerste Canta, het werven van chauffeurs, zelf een planningssyteem bedenken: beetje bij beetje kreeg het meer vorm en ging het lopen, of beter gezegd, rijden. Het eerste jaar vanuit het huis van Mia. Daarna konden ze ook terecht in het Huis van de Wijk De Pijp en in buurtgebouw Henrick de Keijzer. Chauffeurs zijn altijd het makkelijkst te vinden geweest, bijvoorbeeld via de lokale krantjes. Planners daarentegen zijn moeilijker te vinden, daarvoor biedt de vrijwilligerscentrale soms uitkomst.

Een familie van vrijwilligers

Mia en Titia hebben vanaf het begin geprobeerd een familie te maken van de groep vrijwilligers, elke week een inloopochtend, eens in de maand workshops over bijvoorbeeld valpreventie en omgaan met dementie, en elke drie maanden een borrel. En het is gelukt, het is een hechte groep geworden. Deze benadering om een duurzame verbinding met de vrijwilligers op te bouwen wordt erg gewaardeerd en is een aanbeveling voor elke organisatie die met vrijwilligers werkt.

Weinig financiering

Hulp van buitenaf is er niet veel geweest. In een vroeg stadium hebben ze aangeklopt bij de gemeente, maar ze kregen nee op het rekest. Er waren geen regelingen voor bijvoorbeeld de subsidiëring van een Canta. Het vinden van een overdekte parkeerplek voor de auto’s was een zoektocht. Gelukkig hebben ze de auto’s mogen stallen bij de RAI. Dat is geen officiële plek, dus vermindert niet de capaciteit van de garage.

Sponsoring door supermarkt

Ook heeft de stichting veel overlegd met bedrijven waar de klanten ook vaak komen, zo ook met Biz’en (BIZ = Bedrijven Investeringszone, een samenwerking van bedrijven van een specifiek gebied zoals een straat) bijvoorbeeld van de Albert Cuyp en de Van Woustraat, maar dit leverde uiteindelijk niets op. Een supermarkt heeft hen een tijd gesponsord, dat was heel fijn. Helaas is dat soort sponsoring heel afhankelijk van de filiaalleiding van de filialen.

Samenwerking met zorgorganisaties

Een succesvolle en duurzame samenwerking kwam er wel met de zorgprofessionals en de welzijnspartners van de wijkzorggebieden waarin ze actief zijn. Nu weten ze Heen en Weer te vinden en worden ze zelfs gevraagd voor bijeenkomsten en initiatieven omdat men weet dat de mensen dan ook echt komen. In dit kader is de signaalfunctie van de stichting ook belangrijk, als er iets niet goed lijkt te gaan met een klant zijn de lijntjes kort.

Successen en lessen

Het sociale doel van de vervoersdienst wordt ruim gehaald: de klanten komen echt meer buiten en de vaak vaste vrijwilligers vervullen een sociale rol. Het lijkt een succesverhaal, dat Titia en Mia graag uitbreiden naar andere delen van de stad, om te beginnen naar andere delen van Zuid en naar stadsdeel Centrum.

Maar dit succesverhaal is zeker niet makkelijk geweest. Mia en Titia zuchten als ze vertellen over de beren op de weg. En ze hopen dat er lering wordt getrokken uit deze moeilijkheden. Meer bedrijven zouden zich verantwoordelijker mogen voelen voor hun maatschappelijke omgeving. Er zouden meer makkelijke toegankelijke fysieke ruimtes moeten komen waar initiatieven kantoor kunnen houden. En bij de gemeente zou er minder in hokjes moeten worden gedacht, ook welwillende ambtenaren komen hier moeilijk uit. Er zou meer moeten worden meegedacht met initiatieven die niet direct in één hokje passen en deze zouden juist assistentie moeten krijgen, in plaats van alleen ‘nee, u voldoet niet aan de criteria’.

Ondanks dat de toekomst van Stichting HeenenWeer niet zeker is, de dames hebben nog geen opvolgers voor als zij met pensioen gaan, hebben ze nergens spijt van en willen ze iedereen met ook een mooi idee meegeven: hou het praktisch, los problemen gaandeweg op en vooral, gewoon beginnen!

Fearless stichting HeenenWeer

Dit maakt ze tot een fearless voorbeeld: Mia en Titia zagen een nood in hun omgeving, waar niet in werd voorzien door overheid of bedrijven. Ze zijn gewoon begonnen, lieten zich niet tegenhouden doordat voorzieningen of regelingen niet bestonden maar maakten gaandeweg de dienst werkelijkheid, waarmee ze voor vele mensen het leven fijner maken.

Wat kan GroenLinks hiervan meenemen?

Genoeg stof nu al voor het gesprek over onverschrokkenheid in Amsterdam en voor wat we als politiek aan de orde kunnen stellen. Wat hier duidelijk naar voren komt is dat diensten en goederen niet alleen een economische transactie zijn maar sociale, maatschappelijke, psychologische oorzaken, gevolgen en effecten hebben. Een ritje van de Van Woustraat naar buurthuis de Pijp is meer dan alleen de benzineprijs, de onderhoudskosten van de wagen, de loonkosten van de chauffeur et cetera. Voor een persoon betekent het buiten komen, andere mensen zien, wellicht herkenning vinden bij anderen, waardoor iemand weet dat zij of hij niet de enige is en die gedachte alleen al moed geeft om dat ene moeilijke telefoontje te plegen. Gezien worden door iemand en bevraagd hoe het gaat en of zij niet naar de dokter moet met dat rare vlekje in de nek et cetera. Hoe kunnen we de waarde van menselijk contact meenemen in de beoordeling van aanvragen en hier ruimte voor bieden in de processen?

In het volgende deel maken we kennis met BOB Helpt! Een stichting die op Oostenburg Noord in stadsdeel Centrum met bedrijven uit de buurt werkervaringsplekken organiseert voor mensen uit de buurt.

Voor meer informatie over Stichting HeenenWeer, zie https://stichtingheenenweer.nl

Foto: Mark Ramers (i.s.m. project Zoomlab van de Vrijwilligers Centrale Amsterdam)