Het gemeentebestuur van D66, VVD en SP lanceerde onlangs het tweede deel van haar plannen met betrekking tot erfpacht. GroenLinks Amsterdam ziet niets in de voorstellen. Het plan bevoordeelt de écht superrijke huizenbezitter en beleggers, lost het grootste knelpunt voor de huidige 'gewone' erfpachter (de canonverhoging na einde tijdvak) niet op en is uiteindelijk slecht voor de stad en voor alle Amsterdammers.

Waardestijging komt door investeringen van alle Amsterdammers

Waar gaat het ook al weer om? In Amsterdam is 80% van de grond in erfpacht uitgegeven. De basis van erfpacht is dat de waarde van de grond niet alleen de verdienste van de huizenbezitter is. Sterker nog, deze waarde wordt met name veroorzaakt door investeringen die andere private partijen en de gemeente doen in de héle stad, en door de investeringen die alle Amsterdammers dagelijks doen door in Amsterdam te wonen, werken en leven. Erfpachtgrond is van ons allemaal en de waardestijging ervan is onze gezamenlijke verdienste. Het is dus rechtvaardig als het deel van de grondwaardestijging die door de gemeenschap veroorzaakt wordt, ook weer terugvloeit naar die gemeenschap.

Willem Treub had dat goed gezien, eind 19e eeuw. Denk bijvoorbeeld aan de Staatsliedenbuurt. In de jaren tachtig was het een verpauperde buurt. Veel huizen waren in heel slechte staat. Na heel veel verbeterplannen en initiatieven van buurtbewoners, waaronder huurders en krakers, en de gemeente is de buurt - met grote publieke investeringen - enorm opgeknapt. Nu is het een zeer gewilde wijk. De huizenprijzen zijn enorm gestegen. Dus niet zo gek dat een gedeelte van die waardestijging aan de gemeenschap wordt terugbetaald in de vorm van hogere erfpacht.

Erfpacht voor een waardevolle stad
De opbrengsten uit erfpacht worden daarnaast ook weer geïnvesteerd in de stad: culturele gebouwen, gebiedsontwikkeling, wijkverbetering en infrastructuur zijn een paar voorbeelden. Erfpacht maakt zo van Amsterdam een waardevollere stad, waar iedereen van profiteert. Daarom hebben we als GroenLinks altijd al gezegd: geen uitverkoop van de Amsterdamse erfpachtgrond. Die grond is nu feitelijk van álle Amsterdammers, dus bijvoorbeeld ook van de vele honderdduizenden huurders. En voor velen is het ook een punt van Amsterdamse trots: een groot deel van Amsterdam is - letterlijk - van ons allemaal.

Eeuwigdurende erfpacht, dat in het voorstel van de coalitie van VVD, D66 en SP mogelijk wordt, is economisch niet te onderscheiden van verkoop van erfpachtgrond: alle waardestijgingen van de grond in de toekomst, komen vanaf dat moment toe aan de erfpachter. De gemeenschap heeft het nakijken. VVD en D66 stonden dan ook te juichen bij het besluit hiertoe in juni 2016.

Hoge ‘overstapkosten’ logisch gevolg nieuw systeem
Nu blijkt dat het de stad op termijn tot 1 miljard euro kan gaan kosten bij een ‘overstap’ naar eeuwigdurend voor bestaande erfpachters. Er vindt dus eigenlijk geen 'overstap', maar een overdracht - een transactie - plaats van een waardedragend goed van collectief bezit, naar privaat eigendom. Dat is wat de ‘overstap’ eigenlijk behelst.

Een andere logische gevolgtrekking van eeuwigdurende uitgifte is dan ook dat afkoop van eeuwigdurende erfpacht duurder uitvalt dan afkoop voor 50 jaar in het oude systeem. Immers: eeuwigdurend is langer dan 50 jaar. Eeuwigdurende erfpacht lijkt veel meer op koop. Dit is afgelopen jaren meermalen verklaard door zo’n beetje iedereen in de gemeente, waaronder de wethouder. Iedere politicus kon dus al tijden aan zien komen dat de bedragen voor de overdracht van de grond fors zouden zijn. Als een politicus daar nu verbaasd over doet, dan jokt ‘ie.

Grootste probleem wordt niet opgelost
Het belangrijkste knelpunt van het oude erfpachtsysteem was de grote schok van de grondwaardeherziening na 50 jaar; bij einde tijdvak. Die verhoging kon inderdaad heel fors zijn. Alle partijen in de vorige raad waren het daarover eens. Wat nu eigenlijk gebeurt met de rekentool, is een voorbeeldberekening van einde tijdvak grondwaardeherziening voor iedereen tegelijk. Hierbij is de schok nog groter, omdat er een eeuwigdurende rekensom wordt voorgelegd. Dat is wel zo transparant; tegelijkertijd wordt duidelijk dat ook dit nieuwe systeem het probleem van die schoksgewijze grondwaardeherziening niet oplost voor de huidige erfpachters.

In 2013 wilde het vorige college juist daarom het bestaande voortdurende erfpachtsysteem helemaal anders inrichten door de grondwaardeherziening niet eens in de 50 jaar te doen, maar te koppelen aan de verkoop van de woning: gedurende de woontijd weet de erfpachter dan precies waar ‘ie aan toe is. Aangezien een woning gemiddeld elke negen jaar wordt verkocht, gaat de verhoging ook veel geleidelijker.

Dit voorstel werd in het zicht van de verkiezingen en onder druk van belangenvereniging SEBA echter geblokkeerd door de rechtse partijen, die de erfpachterstem wilden binnenhalen met de belofte erfpacht 'af te schaffen'. En nu zitten ze met de gebakken peren: allemaal boze erfpachters. Want inderdaad, een gewone erfpachter zal niet zomaar een afkoop kunnen betalen. Rijke mensen en investeerders wel. Die zogenaamde keuzevrijheid bestaat dus alleen voor mensen met veel geld. Maar de meesten willen helemaal niet per se de grond onder hun woning bezitten. Ze willen lekker kunnen blijven wonen zonder grote onverwachte kostenposten of risico’s.

Wat nu?
Wat nu zal gebeuren is onduidelijk. Extra complicerend is namelijk dat het besluit door het college is opgeknipt. Afgelopen zomer werden de hoofdpunten voor het eeuwigdurende systeem ingevoerd, nu ligt de overdrachtsregeling voor bestaande erfpachters voor. De erfpachtersbelangenclub zwaait daarnaast nog met de vier jaar oude handtekeningen voor een referendumaanvraag. Het is een puinhoop.

Wat GroenLinks betreft moet eerst de inspraak maar eens doorlopen worden. Er komen duizenden reacties op het collegevoornemen binnen. Die zullen allemaal beantwoord moeten worden. En dan komt er een (al dan niet aangepast) voorstel naar de gemeenteraad. Wat ons betreft kan de oplossing in ieder geval níet zijn dat D66 en VVD elkaar gaan overbieden met extra kortingpercentages, en daarmee het collectieve grondbezit gaan weggeven. Dat zou geen recht doen aan al die honderdduizenden Amsterdammers die geen woningeigenaar zijn, maar hier wél een belang bij hebben. Het eerder genoemde verlies voor de stad van 1 miljard euro zou zo nóg hoger worden. Daarnaast biedt het voor een grote groep geen oplossing, want de overdracht is en blijft met dit voorstel voor de gemiddelde Amsterdammer moeilijk te betalen.