Gemeenteraadslid Jeanine van Pinxteren schreef op 25 oktober een ingezonden stuk in het Parool over het kunstenplan van wethouder Belliot: 'het cultuurbeleid stelt zwaar teleur'.

In cultuurbeleid Belliot is armoede troef

Het kunstenplan-circus draait weer op volle toeren. Eens in de vier jaar moeten theaters en gezelschappen een uitvoerig beleidsplan indienen om subsidie voor de exploitatie in de volgende vier jaar te kunnen krijgen. In 2000 was er een beetje extra budget, maar nu is er fors in gesneden. Bij de grote bezuinigingsronde vorig jaar was al besloten dat het kunstenplan het met 4 miljoen minder moest doen, een korting van 5% op het totale budget. Het aantal aanvragen was groter dan ooit tevoren: 230. Behalve door de gemeente worden veel Amsterdamse instellingen ook door het Rijk gekort. Weet Belliot er nu binnen die krappe kaders nog wat van te maken? GroenLinks vindt van niet. De wethouder laat veel instellingen zwemmen in het diepe, zonder te weten of ze ooit de kant nog halen.

Het was Belliot zelf die in 2003 aangaf dat kunst goed was voor de economie, dat kunst toeristen trekt, dat kunst een vestigingsfactor voor bedrijven is. Belliot promoot ook het aandeelhouderschap in de cultuur van brede groepen van de bevolking. Er zijn het laatste jaar flink wat gladde rapporten verschenen over de creatieve industrie en de belangrijke internationale positie van Amsterdam als cultuurstad. Je zou verwachten dat er nu geen aanvragen meer komen van de Amsterdam Tourist Board die in 2000 notabene steun uit het Kunstenplan wilde! GroenLinks vond en vindt: laat Economische Zaken meebetalen, als kunst zo belangrijk is voor de positie van Amsterdam. Maar het is Hannah Belliot niet gelukt boter bij de vis te krijgen. Sterker nog, in plaats van geld van Economische zaken te kríjgen, reserveert ze uit het kunstenbudget doodleuk nog geld voor versteviging van de internationale positie en de ‘creatieve industrie’. Ten koste van de programmagelden voor de instellingen, ten koste van projectsubsidies bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

In Belliot’s verdelingsvoorstel is – naast vele kleine inconsequenties – een tweetal grote missers te noemen. Blunder nummer een is de korting van 40% op het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Zo’n 35 instellingen, die voorheen met projectsubsidies werkten, krijgen nu Kunstenplansubsidie. Dat traject wordt vrijwel helemaal afgesloten. Weg vernieuwing, weg doorstroming. En dan het belangrijke punt van de cultuureducatie. Al twee jaar zijn er problemen. de wethouder kondigt nieuw beleid aan, maar er is nog niks. Wel bungelt de Muziekschool en gaat Kunstweb binnenkort failliet. Scholen in de hele stad zitten nu met een waardeloze afspraak over lessen van Kunstweb, er is immers vanaf januari een enorme leegte. Hoezo, aandeelhouderschap bevorderen?

Behalve over bovenstaande ‘interne’ manco’s in dit Kunstenplan, laat Belliot het geheel afweten als het gaat over ‘de ellende die van buitenaf komt: bezuinigingen op  ID-banen en de forse huurverhogingen. GroenLinks hamert al anderhalf jaar op de problemen van de wegvallende ID-banen, onder meer in de cultuursector. Dat treft de kleinere clubs als Filmtheater Rialto en Het Gasthuis zwaar. Maar Belliot lijkt niet in staat of niet van plan om samen met wethouder Aboutaleb naar een oplossing te zoeken. Den Haag en Rotterdam hebben wel reparaties uitgevoerd waardoor een aantal theaters daar hun ID-ers kon houden.

Veel theaters en musea – voorbeelden als De Melkweg, het Multatulimuseum - zuchten onder grote huurverhogingen sinds besloten is dat ook zij een ‘marktconforme’ huur moeten betalen. Op geen enkele wijze heeft Belliot (althans niet waarneembaar voor de gemeenteraad) iets gedaan om met de stadsdelen te komen tot een oplossing hiervoor. GroenLinks pleit al jaren voor een beleid van gematigde huren voor culturele en sociale instellingen.

Hannah Belliot lijkt deze zaken te beschouwen als natuurgeweld dat de sector overkomt. In haar eigen terminologie: ze voelt zich geen ‘aandeelhouder’ van deze problemen.
Ze probeert de aandacht af te leiden door het uitbrengen van een glossy boekwerk over nieuwe en vernieuwde cultuurgebouwen in Amsterdam. De vergelijking met de Franse presidenten dringt zich op: het zijn Belliot’s ‘Grands Projets’. Ironisch genoeg ontbreekt steeds vaker het geld om in de gebouwen iets te doen of te laten zien.

Hannah Belliot heeft zich een oor laten aannaaien door haar collega’s. Het eindresultaat is een onevenredige bezuiniging op een sector waar al weinig vlees meer op de botten zit. Voor veel instellingen wordt het pompen of verzuipen. Het cultuurbeleid van Belliot stelt zwaar teleur.

Jeanine van Pinxteren
Gemeenteraadslid voor GroenLinks

Op 25 oktober 2004 verschenen in Het Parool