Het optreden van Maarten van Poelgeest bij Nova over het actieverleden van Wijnand Duyvendak leidde tot een interpellatie van de VVD, die van mening was dat de wethouder zich onvoldoende had gedistantieerd van buitenparlementaire acties.
De fracties van VVD, CDA en D66 zijn van mening dat de wethouder had moeten benadrukken dat hij daar als prominente GroenLinkser zat. Ook zou Van Poelgeest op de vraag wat hij zou vinden van een inbraak in de Stopera door een actiegroep op zoek naar geheime papieren over de Noord-Zuidlijn, niet hebben gezegd dat dit niet mag.
Burgemeester Cohen benadrukte dat Maarten van Poelgeest ‘zeer actief was in de jaren tachtig en [..] zich verbonden [voelt] met die geschiedenis. […] nu een debat op gang komt over de betekenis van de jaren tachtig, ligt het voor de hand dat wethouder Van Poelgeest zich met die discussie bemoeit. Dat zijn huidige ambt van wethouder hem daarbij beperkingen oplegt, omdat een bestuurder een andere rol heeft dan een actievoerder, is hem niet alleen duidelijk, maar daarvan heeft hij zich ook rekenschap gegeven in zijn optreden bij NOVA’.