De gemeenteraad van Amsterdam besprak op woensdag 15 februari het voorstel van het gemeentebestuur van VVD, D66 en SP om het bestuurlijk stelsel grondig te herzien. De GroenLinks-fractie is, samen met de voltallige oppositie, mordicus tegen het voorstel van de coalitie. Omdat het voorstel volgens GroenLinks de lokale democratie afbreekt, elke vorm van tegenmacht doet verdwijnen, de participatieve democratie niet wordt versterkt, het tot centralisering en eenheidsworst leidt en - minstens zo belangrijk - nauwelijks op draagvlak in de gemeenteraad kan rekenen. En tot slot, niet met Amsterdammers is besproken.

Het debat en de bijdrage van fractievoorzitter Rutger Groot Wassink is hier terug te kijken.

Over de noodzaak van tegenmacht en lelijke coalitiepolitiek
Het soortelijk gewicht van de onderwerpen in de gemeenteraad kan nogal verschillen. Soms gaat het om een enkele parkeerplek en een andere keer over meer wezenlijke, principiëlere vragen. De herziening van het bestuurlijk stelsel valt in die laatste categorie. Het gaat eigenlijk over de vraag hoe je naar democratie kijkt. Naar burgers. En hoe je vindt dat het openbaar bestuur moet zijn ingericht. De communist Marcus Bakker zei ooit eens over democratie: ‘Het essentiële van democratie is voor mij dat het een antwoord is op de vraag die al door de oude Romeinen is gesteld. En die vraag luidt: wie zal de bewakers bewaken?’ En precies dit is ook voor mij de kern. Het gaat er om dat het openbaar bestuur zo georganiseerd is dat er een tegenmacht is die het bestuur controleert. Een tegenmacht die gekozen is, die als vertegenwoordiger van het volk de mogelijkheid heeft om bij te sturen, te wijzigen en te blokkeren. Dat is democratie.

In het huidige stelsel is die tegenmacht er. En ja, ik had die tegenmacht juist graag versterkt omdat ik er van overtuigd ben dat je macht zo dicht mogelijk bij burgers moet organiseren. Maar het is er en het werkt. Daarom is het zo krankjorum dat het voorstel van het stadsbestuur, die tegenmacht, de essentie, weghaalt door de bestuurscommissie te vervangen door een adviescommissie die niets te zeggen heeft. Ook de gekozen stadsdeelbestuurders verdwijnen. Die worden vanaf volgend jaar benoemd door het gemeentebestuur. Waarmee het zetbazen van het college worden. Met het voorstel van D66, VVD en SP verdwijnt de controlerende taak. Dat staat er letterlijk in. Die adviesraad, dat is niets. Die mogen niets, niet eens zelf bepalen of ze gaan vergaderen. Het hele plan heeft centralisering als doel. En dat zeg ik niet alleen, dat zeggen alle experts die hier naar kijken. Je legt meer macht bij het college. En GroenLinks vindt dat onwenselijk. Met het schrappen van de controlerende taak, van de tegenmacht, zetten de partijen in het gemeentebestuur de bijl aan de wortels van de democratie. En dat is een bittere constatering.

Maar als je de representatieve democratie sloopt zullen ze de participatieve democratie met dit voorstel wel versterken, toch? Toch? Nee. Op geen enkele manier. GroenLinks heeft steeds benadrukt dat we de bestaande bestuurscommissies juist extra taken moeten geven om de participatieve democratie te versterken. Want democratie gaat ook over ruimte bieden. Ruimte geven aan anderen, aan burgers. Ruimte geven vanuit het vertrouwen dat besluitvorming daar beter van wordt. Dat je ruimte geeft vanuit het vertrouwen dat burgers tal van dingen zelf kunnen doen, zelf willen doen en dat beter kunnen dan dat de politiek kan bedenken.

Maar helaas. Ook niets van dit alles. Het gemeentebestuur doet niets om de positie van burgers te betrekken.

De opsteller van het rapport, voormalig ombudsman de heer Brenninkmeijer, vreesde dat zijn evaluatierapport over het bestuurlijk stelsel onderdeel zou worden van een politiek spelletje. En die vrees is werkelijkheid geworden. Want dat het voorstel van het gemeentebestuur nu moest worden aangenomen heeft maar één verklaring: er is een deal tussen de coalitiepartijen dat het zo moet en die deal bleek op geen enkele manier aan te passen. Maar waarom? Versterken we de representatieve democratie? Nee. Versterken we de participatieve democratie? Nee. Waarom dan iets aannemen wat door ALLE partijen in de raad als een slecht plan wordt gezien? Dat wie er ook volgend jaar in een nieuw bestuur zit, dit eerder hindert dan helpt. Dit gedrocht met benoemde bestuurders en een adviesraad die niets te zeggen heeft, ondermijnt uiteindelijk het draagvlak voor de lokale democratie in plaats van dat het het draagvlak verstevigt.  

Er is maar één antwoord: beeldvorming. Er mag geen nederlaag geleden worden door de wethouder. Het plan is aan de raad aangeboden en wat partijen er ook van vinden, het mag niet veranderd worden want dat is in de beeldvorming niet goed. Dat is het doorslaggevende argument van D66, en dat is bedroevend voor een partij die zich democraten noemt. Niemand schiet er iets mee op. Een toekomstig college schiet er niets mee op. Amsterdammers schieten er niets mee op. Het is stuitend dat de coalitiepartijen dit onzalige plan doordrukken terwijl de voltallige oppositie tegen is en geen Amsterdammer zich over het voorstel heeft kunnen uitspreken. Maar ja, dat is klaarblijkelijk de coalitiepolitiek van dit stadsbestuur.

Rutger Groot Wassink, fractievoorzitter GroenLinks Amsterdam