Gisteren een volle bak op het Westergasterrein bij de conferentie over huiselijk geweld onder de titel “Amsterdam: Sterk tegen geweld”. Onder leiding van Hedy d’Ancona waren er tal van hulpverleners, huisartsen, politiemensen, reclasseringsmedewerkers, bestuurders en ambtenaren bijeen en ook mensen die huiselijk geweld zelf aan den lijve hebben ondervonden. Jet Bussemaker riep Amsterdam op om vooral met volle kracht door te gaan met het bestrijden van geweld achter de voordeur en vroeg ons specifiek om door te gaan met de bestrijding van genitale verminking.

Dat gaan we natuurlijk doen, we hebben met hulp van Bussemaker veel werk kunnen maken van preventie via de zelforganisaties en die lijn zetten we door. Ik steun haar in het plan voor een medische verklaring, mee te nemen door ouders naar landen van herkomst, waarin staat dat genitale besnijdenis strafbaar is in Nederland.

De GGD maakte bekend dat er naar schatting jaarlijks 12.000 volwassen in Amsterdam slachtoffer worden van huiselijk geweld. En de kinderen die mishandeld worden komen daar nog eens bij. Het gaat om geweld in afhankelijkheidsrelaties en dat vind je overal. Mannen die hun vrouwen slaan. Jongens die hun moeder bedreigen en meppen. Een oude vader of moeder die door een kind of familielid psychisch of lichamelijk wordt mishandeld en verwaarloosd. Moeders en vaders die hun kinderen mishandelen. Slachtoffers zijn vooral vrouw (83%) en plegers vooral man (89%), 6 à 7% van de vrouwen tussen 18 en 30 jaar is slachtoffer van huiselijk geweld. Dit is schokkend veel.

Wat mij enorm raakt is het gegeven dat het zoveel gebeurt, dat we allemaal wel in aanraking komen met iemand die wordt mishandeld en dat we het heel vaak niet in de gaten hebben. Of wel een vermoeden hebben, maar niet weten wat we ermee moeten. Ik vertelde op de conferentie dat ik ooit in een buurt waar ik vroeger woonde wel eens een vrouw zag, die altijd met een zonnebril liep, schuw, nauwelijks gedag zei en het zat me niet lekker. Maar ik wist niet wat ik er mee aan moest. En die handelingsverlegenheid hebben velen. En dat kan niet.

Van Fayza Oum Hamed, de inspirerende schrijfster van het boek ‘De Uitverkorene’ heb ik gehoord hoe cruciaal het is dat die kleine beetjes contact er zijn en je kunnen helpen. Van levensbelang in haar geval. Zij kwam in Nederland, uitgehuwelijkt, sprak geen Nederlands en werd jarenlang opgesloten en mishandeld door haar schoonfamilie. Wij, de Nederlandse samenleving, hebben haar niet gezien en niet geholpen. Op eigen kracht en uiteindelijk via een zelfmoordpoging is zij ontsnapt.

Ik vraag iedereen (inclusief mezelf) doe altijd iets met een “niet pluis” gevoel. Huisartsen, maak het bespreekbaar. Leerkrachten, doe een melding. Politie, maak altijd werk van een aangifte of melding. Buur, vraag eens echt hoe het gaat met de buurvrouw die je steeds tegen haar kinderen hoort schreeuwen. Want misschien ben je wel de enige kans op het doorbreken van de cirkel van geweld, vernedering, verwaarlozing. Ik heb liever dat we ons één keer teveel met een situatie bemoeien, dan één keer te weinig.

Marijke Vos