Vandaag besloot de Amsterdamse gemeenteraad dat bij toewijzing van een atelier alleen nog naar het inkomen van een kunstenaar zelf wordt gekeken, en niet naar dat van de partner. Op dit moment wordt bij de toewijzing het inkomen van beiden meegenomen, met de zogenaamde partnertoets. Deze werd vorig jaar ingevoerd en is nu op initiatief van GroenLinks weer geschrapt.

De toets werd ingevoerd omdat in Amsterdam een tekort is aan (betaalbare) ateliers. GroenLinks vindt het inzetten van de partnertoets hiervoor een archaïsch middel: “Het is niet van deze tijd als partners bij elkaar hun hand moeten ophouden om een werkruimte te kunnen betalen.”, stelt Lene Grooten.

Het is terecht dat er zorgen zijn over het tekort aan atelier- en broedplaatsruimte. Raadslid Zeeger Ernsting: “Tegelijkertijd zien we dat vitale ateliers in de stad dreigen te verdwijnen, zoals die in de Fagelstraat. De voorraad moet in stand blijven, daar blijft GroenLinks zich voor inzetten. En ja, als je als kunstenaar te veel verdient, moet je plaatsmaken voor een beginnend kunstenaar die afhankelijker is van betaalbare werkruimte.”

De meerderheid (GroenLinks, PvdA, D66 en SP) van de gemeenteraad stemde in met het voorstel. De leden van VVD, CDA, Partij voor de Dieren, en Partij van de Ouderen waren tegen. “Het is goed dat ook de raad inziet dat professioneel kunstenaarschap geen hobby is van de echtgenoot van”, aldus Ernsting.