"Bijna een jaar geleden trad dit college aan. En in opperste trots kirden verschillende fractievoorzitters dat dit een historische happening was. Er werd een nieuw hoofdstuk geschreven in de geschiedenis van onze glorierijke stad. Vol verwachting klopte mijn hart. Want alles zou anders, mooier en vooral beter worden. Maar ik moet zeggen: dat is nog niet gelukt.
En dat is op zich ook niet heel raar na een jaar. En ja, er is heus wel iets veranderd, maar de beloofde Paternotte-perestroijka komt nog niet helemaal van de grond.
Wel moeten we constateren dat door externe factoren de stad blijvend dreigt te veranderen en in die zin staat Amsterdam op een kruispunt. Op een kantelpunt in de geschiedenis. En de vraag die dat oproept is of dit college nu ingrijpt in die ontwikkelingen omdat zij meent dat deze onwenselijk zijn, of dat het college de zaken op z'n beloop laat.
De geschiedenis van elke tot nog toe bestaande maatschappij is de geschiedenis van klassenstrijd. Ik realiseer me terdege dat het woord klassenstrijd voor velen van u merkwaardig, wellicht misplaatst en ouderwets klinkt. En er gaat vast iemand iets heel lolligs over twitteren. U gaat uw gang maar.
Maar denk na. Geef u er rekenschap van wat de verscherpte verhoudingen tussen verschillende sociale groepen in de stad betekent. Natuurlijk is het niet zo dat op dit moment in de tijd er 'twee grote rechtstreeks tegenover elkaar staande klassen' zijn die op het punt staan elkaar tot de dood te bevechten. Veel passender zijn de observaties van de Britse professor Guy Standing die juist de versplintering van de klassieke sociale structuren laat zien en en vooral verhard is geworden. Standing stelt vast dat de groepen in meer of mindere mate profiteren van onze maatschappelijke orde en staan in meer of mindere mate met de rug naar elkaar toe.
Dat er in Amsterdam iets fundamenteels aan het veranderen is als we kijken naar de verhouding tussen inkomensgroepen -of klassen zo u wilt- lijkt me niet te negeren. Onlangs verscheen de Staat van de stad. Een buitengewoon interessante studie. Ik zal niet alles herhalen wat er in staat, u heeft het gelezen neem ik aan. Kernpunt is dat de ongelijkheid in onze stad toeneemt. De ongelijkheid in zowel inkomens als vermogens is in Amsterdam groter dan in de rest van Nederland. En vier van de tien Amsterdammers hebben moeite met rondkomen. Vier van de tien. Maar vooral opmerkelijk is dat de ongelijkheid toeneemt door de groei van de hoogste inkomensgroep. Die bovenste laag groeit en de middengroepen komen steeds meer in de verdrukking.
Is dat erg, zie ik sommige collega's denken. Nee, niet als je van de VVD bent. In feite zien we de wens van Wiebes met die verschrikkelijke keienmetafoor realiteit worden.
Maar wat mijn fractie betreft is het een zorgwekkende ontwikkeling dat de middenklasse, en met name de lage middenklasse, steeds verder in de verdrukking komt. Natuurlijk, het verschrikkelijke kabinet van PvdA en VVD is een belangrijke motor achter de ondergang van de Amsterdamse middenklasse, maar dit college gaat niet vrijuit. Want dit college kiest nadrukkelijk voor de hoogste inkomensgroepen. Dankzij de SP doet het ook wel iets voor de allerarmsten, maar het doet vrijwel niets om de groeiende ongelijkheid tegen te gaan. En als we er niet in slagen een grote betaalbare voorraad woningen te behouden, en dat is iets anders dan een particuliere huurwoning van 900 tot 1100 euro waar D66 zo van droomt. Want ook die 900 euro kan de lagere middenklasse niet betalen. Dan jagen we de lage middenklasse naar de rand of de stad uit. Maar in de afspraken tussen corporaties en de SP ga ik er van uit dat er geen sociale huurwoning meer verdwijnt.
Als we zien dat elementaire zorg voor middengroepen minder toegankelijk wordt omdat eigen bijdrages in de zorg oplopen van honderden tot duizenden euro’s per jaar, en compensatie er alleen is voor de allerarmsten, dreigt de WMO een armoedevoorziening te worden en de solidariteit tussen ziek en gezond te verdwijnen. En als we constateren dat inkomensondersteuning feitelijk charitas wordt voor een kleine groep terwijl massa's daar net boven ook ondersteuning nodig hebben.
Dan kun je zeggen: daar is de overheid niet voor. Maar dat is in mijn optiek een onwenselijke versmalling van je verantwoordelijkheid. Het is een ideologische keuze voor een Amerikaans model, een overheid die er alleen is voor de allerarmsten, zonder breed sociaal fundament, zonder solidariteit.
De verhoudingen tussen inkomensgroepen polariseren. En als deze ontwikkeling zich doorzet is Amsterdam straks een stad met een grote welvarende bovenlaag en met een ongeveer gelijkblijvende onderklasse. En erosie daartussen. Zeg maar een omgekeerd Rotterdam. Op de lange termijn is dat funest. Wat GroenLinks betreft is het volstrekt onwenselijk en in strijd met het ideaal van de ongedeelde stad waar ruimte is voor eenieder. Onze samenleving wordt -als we niet ingrijpen- capsulair, gefragmenteerd, gebroken. Waar winnaars en verliezers langs elkaar heen leven en waar dat onderscheid steeds meer langs etnische lijnen loopt. De stad verliest dan zijn ziel en vervalt tot een speeltuin voor toeristen en de bevoorrechten. Het is verraad aan onze genius loci.
En wat doet het college om dit te keren? Niets. De reactie van het college op de Staat van de Stad was even stuitend als ontluisterend.
Ongelijkheid is niet onrechtvaardig, waarmee het dus rechtvaardig is. En daar moeten we dan genuanceerd naar kijken. Wow. Laat het tot u doordringen.
Er is grote ongelijkheid. Maar dat moeten we gewoon accepteren En onderwijs maakt alles goed. Ik denk dat u dat in Noord, Nieuw-West en Zuidoost maar eens moet uitleggen.
Als het niet zo bizar was zou ik er grappen over maken. Over het totale gebrek aan realiteitszin van die uitspraak. Ik neem aan dat de SP-wethouders van ellende zich de haren uit het hoofd hebben getrokken. Graag een reactie van het college op dit punt. En dan niet over de harengroei van de heer Ivens.
Dit college doet groeiende ongelijkheid te makkelijk af. Iets waar we ons niet bij neer kunnen leggen. In het beleid kiest ze er nadrukkelijk voor om er niets aan te doen. Ik begrijp dat niet. Darlings van dit college zijn de winnaars, de mensen die wel voor zichzelf kunnen zorgen: ondernemers en de hoogste inkomensgroepen. Dat is er inderdaad veranderd, de focus is verlegd. Lastenverlichting voor ondernemers is zo ongeveer de grootste verworvenheid als ik het gejubel van Jan Paternotte (D66) goed beluister. Jeuh! Minder reclamebelasting en minder afvalstoffenheffing. En daarvoor snijden we lekker in subsidies! En ondermijnen we het sociale fundament van de stad. Wat een feest. Dat is geen noodzaak. Dat is een keuze. Net als de keuze om mensen te ontslaan. 350 fte! Gedwongen ontslagen niet uitgesloten.
Alles voor de economische groei, want de stad moet worden gerund als bedrijf. Daar zit het neoliberalisme van dit college: afstoten wat economisch niet rendabel is, zonder visie op wenselijkheid of maatschappelijk effect. Het vermarkten van wat kan. Het beperken van de rol van de overheid. Het wegnemen van regels die mens en milieu beschermen. Alles in dienst van de markt. Drukt ook kunst uit in economnisch rendement, rendementsdenken ten top!
Dit groeifetisjisme is zorgelijk, wat GroenLinks betreft is groei een middel en geen doel. Bij dit college is het andersom, kijk maar naar duurzaamheid, waar het motto lijkt: duurzaamheid is best belangrijk, als het maar niet te veel kost en als het maar niet ten koste gaat van economische groei. En het baart me grote zorgen als D66 in een debat stelt dat het klimaatprobleem zich wel vanzelf oplost, omdat op een gegeven moment de fossiele brandstoffen op zijn. Of als de wethouder duurzaamheid in een interview in de krant beweert dat Amsterdammers het ongezellig vinden om over de stijging van de zeespiegel te praten. Voorzitter; de klimaatcrisis lost zich niet vanzelf op. We kunnen er niet mee volstaan een paar regels af te schaffen en dan te hopen dat het vanzelf goed komt. Wegkijken is geen optie.
Internationaal is het tij aan het keren; pensioenfondsen stappen uit fossiel, Duitse energiereuzen stoten hun fossiele activiteiten af. Vandaag nog is aan het college een brief aangeboden namens vele Amsterdammers, die het college oproept om investeringen in fossiele energie af te bouwen. London, Oslo en San Francisco divesteren al. Amsterdam kan niet achterblijven. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen, want als het hier in Amsterdam niet lukt om te verduurzamen, hoe kunnen we dan hopen of verwachten dat dat elders wel gebeurt? En wat GroenLinks betreft moet dat prioriteit krijgen boven economische groei, en mag dat best wat kosten.
Voorzitter ik sluit af. Ongelijkheid in de stad en ook in het college. Zes wethouders vertegenwoordigen de hoge inkomens, twee wethouders zijn er voor de allerarmsten. Een perfecte weerspiegeling van wat er van Amsterdam dreigt te worden.
Ik feliciteer de VVD. Hun hobby's zie je het beste terug in deze voorjaarsnota. Zij geven de stad vorm. De SP heeft hard gevochten voor maatschappelijke organisaties. Hulde daarvoor. Maar het kan niet verhullen dat de SP, als je naar het totale plaatje kijkt, de schaamlap voor het neoliberalisme van de rest van het college is. Elke keer roepen de andere partijen: ja kijk, er is geld voor armoedebestrijding! Dat is mooi. Daar heb ik de SP vaak mee gecomplimenteerd, maar het kan niet verhullen dat dit college een grote desinteresse aan de dag legt voor de grootste sociale kwestie van onze tijd. De groeiende ongelijkheid en de erosie van het brede sociale fundament van de stad. Daar is meer voor nodig dan incidenteel geld. Daar is toewijding en inzet voor nodig. Voor het recht voor allen".