Vandaag sprak fractievoorzitter Rutger Groot Wassink tijdens de algemene beschouwing over de begroting van het Amsterdamse college. Hij bracht hierbij de ongelijkheid, vercommercialisering en de ongedeelde stad onder de aandacht. GroenLinks wil dat het college ophoudt ondernemers en toeristen centraal te stellen, maar dat we gaan kijken hoe we de stad leefbaar kunnen houden.
Voorzitter,
Nadenkend over de begroting en wat dat pak papier nu precies voor de stad betekent heb ik overwogen mijn bijdrage bij de behandeling van de Voorjaarsnota hier opnieuw integraal voor te dragen.
Want de kernpunten van dat betoog zijn niet minder relevant geworden: namelijk dat de middenklasse (en met name de lage middenklasse) in deze stad in de verdrukking zit en dat dit stadsbestuur niet voor deze groep kiest. Het kiest juist consequent voor ondernemers en toeristen, waardoor het karakter van de stad blijvend dreigt te veranderen. En sinds het voorjaar dringt dit zich juist pregnanter op.
Maar ik zal het u besparen. Al kom ik vandaag vanzelf op onderwerpen die hiervan in het verlengde liggen.
Een Gouden Eeuw?
Tijdens de voorbereiding op deze begrotingsbehandeling drong – eigenlijk als vanzelf – de Gouden Eeuw zich telkens aan mij op. Niet alleen door het merkwaardige gehannes met die schilderijen van Rembrandt en de in toenemende mate dubieus wordende discussie daarover, maar ook om andere redenen.
Zo is daar de motie Capel/Paternotte uit - als ik het goed heb - 2011, die het college oproept in kaart te brengen welke tien dingen de stad moet doen en laten om opnieuw een Gouden Eeuw te beleven. Nou zou ik persoonlijk nooit de Gouden Eeuw als voorbeeld nemen. Dat is op zo veel vlakken problematisch. Dat hoef ik niet uit te leggen.
Maar ik moest er aan denken en eigenlijk is het wel opvallend dat deze motie nog altijd niet is afgehandeld - en daar heb ik ook buitengewoon veel begrip voor - want dat is natuurlijk een klassieke valstrik. Omdat Amsterdam in zekere zin aan het begin van een nieuwe bloeiperiode lijkt te staan. Een nieuwe Gouden periode zo u wilt. Of toch niet?
Want de pest met mooie aanduidingen van tijdsvakken is dat ze meestal eenzijdig, subjectief, vooringenomen en meestal volstrekte flauwekul zijn:
* De Atheense democratie was natuurlijk niet democratisch.
* De Donkere Middeleeuwen waren in een heleboel opzichten buitengewoon verlicht.
* En de Gouden Eeuw was eigenlijk een periode van stagnatie, in tegenstelling tot wat je op school wordt wijsgemaakt.
Hoe mooi de Gouden Eeuw ook klinkt, als je beter kijkt stapelen de ongemakkelijke waarheden zich op: graaiende bestuurders, vercommercialisering van collectieve voorzieningen, toenemende sociale ongelijkheid (onder andere door daling reële lonen, explosie van woonlasten) en ga zo maar door.
Drie ongemakkelijke waarheden
Kijken we naar Amsterdam vandaag dan valt op dat het de stad inderdaad voor de wind gaat, maar ook nu aan ongemakkelijke waarheden geen gebrek.
Laat ik er drie noemen.
1. De ongelijkheid
Na het rapport de Staat van de Stad zijn er meer studies geweest die klip en klaar laten zien dat niet alleen de kloof tussen verschillende inkomensgroepen toeneemt in inkomen en vermogen, maar dat deze groepen in toenemende mate ook ruimtelijk segregeren. Ik kan Socio-Economic Segregation in European Capital Cities zeer aanraden te lezen.
De ongelijkheid wordt in deze stad sterk bevorderd door verschillende factoren. Laat ik er een paar noemen:
- de afbraak van de huursector en de stijgende huren;
- elementaire zorg voor middengroepen die minder toegankelijk wordt door eigen bijdrages in de zorg;
- en de voortwoekerende werkloosheid.
Amsterdam verandert van emancipatiemachine naar een sorteerfaciliteit. Waar mensen uit verschillende inkomensgroepen langs elkaar heen leven.
En dat is zorgwekkend. Want waar ontmoeting en dialoog stoppen begint polarisatie.
2. Vercommercialisering
Er zijn tal van termen voor: pretparkisering, festivalisering en elke week verschijnt wel een nieuwe term. Er is een breed gevoel in de stad dat het beleid van de gemeente draait om zo veel mogelijk verdienen aan toeristen, ook als dat ten koste van de Amsterdammers gaat. Kijk bijvoorbeeld naar de zorgen over speculatie en de ongebreidelde groei van bijvoorbeeld Airbnb.
Maar deze obsessie met geld gaat ook ten koste van het groen en van het verduurzamen van onze stad. Want het college praat over mooie doelstellingen voor duurzaamheid, maar bezuinigt de facto nog steeds. Duurzaamheid moet in de ogen van dit college ook vooral een businesscase zijn. Terwijl het wat GroenLinks betreft zo veel meer is.
Deze puur economische benadering van de stad stuit velen tegen de borst. En de vraag hoe veel genoeg is wordt niet beantwoord.
3. Diversiteit
In een ongedeelde stad moet iedere Amsterdammer - ongeacht waar je wieg of die van je vader of moeder stond - zich hier thuis voelen. Voor de saamhorigheid van de stad is het cruciaal dat mensen die hier al zijn, hun plek kunnen vinden. En vooral dat we fouten uit het verleden niet opnieuw maken.
Dit is een ingewikkeld onderwerp, dat weten we allemaal.
Maar als we zien dat onze scholen meer gesegregeerd zijn dan onze wijken en dat de werkloosheid onder bepaalde etnische groepen nog altijd ver boven het gemiddelde ligt, in combinatie met sociaal culturele confrontatie, dan is er meer nodig dan dat de gemeente nu doet.
Ja, we hebben allemaal de draak gestoken met de woorden van stadsdeelvoorzitter Badoud die het over banlieues had. Daar zijn we nog lang niet. Maar we moeten gettovorming vermijden en perspectief bieden aan hen die dat nu ontberen. En onderwijs, hoe belangrijk ook, is daar helaas niet de enige oplossing voor.
Bij al deze punten is de eigenlijke onderliggende vraag: wat voor stad wil je dat Amsterdam is en hoe grijp je als overheid in?
Enerzijds zien we dat dit college de rol van de overheid op bepaalde terreinen verder terugdringt. Anderzijds grijpt zij op andere terreinen wel degelijk in. Maar niet op de manier die GroenLinks voorstaat. Om het nog vriendelijk uit te drukken.
Want als we het ideaal van de ongedeelde stad willen behouden en we geen Londen willen worden; dan zijn behoud, versterking en uitbreiding van de sociale huursector nodig. Dus geen verkoop van sociale huurwoningen, maar bevorderen van betaalbaarheid.
Sterker nog, eigenlijk zouden wij willen dat de gemeente zelf weer als coöperatie optreedt. Maar ook op de koopmarkt zouden we meer kunnen doen om de druk op de huursector te verminderen. Denk aan startersleningen. Denk aan gedeeld eigendom waar de overheid en particulieren samen een huis kopen, de hypotheek delen totdat de individuele koper de last volledig kan dragen.
Kijken we naar de vercommercialisering van de stad dan wil GroenLinks dat we ophouden ondernemers en toeristen centraal te stellen en dat we kijken hoe we de stad leefbaar houden. In sommige gevallen betekent dat handhaving en in andere gevallen dat betekent het dat je zegt: tot hier en niet verder.
Verduurzaaming
Ten aanzien van de verduurzaming van de stad ligt er een echt grote opgave.
- wij willen overal in de stad LED-verlichting;
- verduurzamen bestaande voorraad woningen;
- beperken autoverkeer;
- verbeteren luchtkwaliteit (bijvoorbeeld met verbieden van tweetaktmotors);
- en waar blijven de windmolens eigenlijk?
Diversiteit
Ten aanzien van diversiteit zou de fractie van GroenLinks graag zien dat:
- de schoolpopulatie meer wordt gemengd;
- gerichte programma's voor jonge werklozen worden opgezet;
- maar vooral dat het college er blijk van geeft dit een belangrijk onderwerp te vinden.
Nu gaat dat nog niet lekker.
Onze keuzes
Het zal niemand verbazen dat wij andere keuzes zouden hebben gemaakt.
- Voordeeltjes voor ondernemers zijn niet nodig in tijden dat het goed gaat.
- Het is raar dat wij de troep van evenementen en festivals gaan opruimen zonder daarvoor een bijdrage te vragen van die ondernemers die daar van profiteren.
- Het meest steekt natuurlijk dat de eerdere kaalslag op het gebied van maatschappelijke organisaties en zorg niet wordt gecompenseerd. Sterker: al het geld wat er bij zorg bij komt gaat er direct weer af. En dat is geen gering bedrag.
- Laat ik het over het afschaffen van de hondenbelasting maar niet hebben.
En het kan anders: Er is een grijs gebied tussen de wetten van het rijk en de uitvoering van de gemeente. Zie de kostendelersnorm. Er zijn andere keuzes mogelijk: maak dat soort afwegingen ook op andere terreinen. Neem wonen of zorg.
Dan toch nog even over het pak papier zelf: los van de keuzes valt me op dat er eigenlijk niets in de begroting staat over de invulling van de doelstellingen in de vorm van programma’s. Het blijft buitengewoon vaag.
De Publieke zaak dienen. Daarvoor zijn wij hier allemaal. En ja, daar maken we andere keuzes in. Mijn ongemakkelijke waarheid is de wens van de ander dat realiseer ik me. Laten we niet streven naar een Gouden Eeuw waarin winst centraal staat. Laten we zorgen dat Amsterdam voor ons allen blijft en de ongemakkelijke waarheden niet verhullen.
Het is niet alles goud wat er blinkt, ook nu niet.