Het College van Burgemeester en Wethouders neemt maatregelen om verkamering tegen te gaan. Voortaan kan maar vijf procent van de panden in een buurt worden verkamerd — nu is dat nog onbeperkt. Ook kunnen studenten voortaan rekenen op een individueel contract, wordt overlast tegengegaan en kunnen we buurten gemengd houden.

Wat is woningdelen en wat gaat het college nu precies doen? Hieronder geven we antwoord op de belangrijkste vragen.

Wat is woningdelen?

Woningdelen is het delen van een woning met drie volwassenen of meer, bijvoorbeeld door verkamering. Veel appartementen in Amsterdam worden verkamerd. Dat betekent dat een woning in kleinere kamers wordt opgedeeld om deze te kunnen verhuren aan studenten of starters. Sinds 2017 moeten huiseigenaren die een woning willen verkameren daar een vergunning voor hebben. Om deze vergunning te krijgen moet de woning voldoen aan een aantal eisen. Zo moet de woonkamer groot genoeg zijn — elf vierkante meter — en moet de woning goed geïsoleerd zijn tegen geluidsoverlast.

Er is een verschil tussen woningdelen — waar je wel een vergunning voor moet hebben — en inwoning. Een achttienjarig kind dat nog thuis woont, of een opa of oma die in huis komt wonen vallen niet onder woningdelen, maar onder inwoning. Voor inwoning is geen vergunning nodig.

 

Welk probleem lossen we op?

We zien en horen veel klachten van bewoners over doorgeslagen verkamering. Het lijkt erop dat veel woningen worden verkamerd om hogere huren te kunnen vragen. Maar er zijn heel weinig verhuurders die een vergunning voor woningdelen hebben aangevraagd.

Anderzijds misbruiken veel verhuurders de huidige woningdeelregels om studenten en starters uit hun huis te zetten. De bewoners hebben dan geen huurcontract of een tijdelijk contract. Verhuurders zeggen dat ze niet aan de zogenaamd ‘te strenge’ eisen van de gemeente kunnen voldoen, zetten de huurders uit hun kamers en verhuren het hele appartement liever weer aan een stelletje voor net zoveel geld.

Dus: enerzijds is er een probleem met te veel verkamering, anderzijds worden jongeren zonder rechten uit hun woning gezet. Er is nu geen grip op dit probleem.

 

Wat stelt het college voor?

Er komt een maximum op verkamering: een quotum van 5% van het aantal woningen van groter dan zestig vierkante meter. In iedere buurt kan alleen voor dat percentage woningen een vergunning komen voor verkamering. Vanaf 1 januari mogen stadsdelen dus geen vergunningen meer geven voor woningdelen als al vijf procent een vergunning heeft. Dat betekent dat de overige woningen bewoond kunnen worden door maximaal twee volwassenen met of zonder kinderen, of dat er sprake moet zijn van inwoning.

 

Hoe worden de rechten van huurders beter beschermd?

De eisen voor de vergunning veranderen ook. Zo krijgt iedereen recht op een individueel huurcontract. Nu komt het bijvoorbeeld nog voor dat alleen een hoofdhuurder een contract krijgt en de onderhuurders niet.  

Ook hoef je niet meer aan de geluidsisolatienormen te voldoen als er maar drie woningdelers in een pand komen. Verhuurders blijken nu nog vaak vanwege die normen van een vergunning af te zien, en zetten studenten in plaats daarvan op straat.

 

Wat gebeurt er met de mensen die nu woningdelen zonder vergunning?

Elke eigenaar die een woning deelt waarin nu drie of meer mensen wonen, kan nu nog een vergunning aanvragen. Tot 1 januari geldt een overgangsregeling. Dat betekent dat het nu tijdelijk makkelijker zal zijn om een vergunning te krijgen, zodat alle mensen die nu al woningdelen de kans krijgen dit legaal te doen.

 

Wat vindt GroenLinks van de maatregel?

We zijn blij dat de doorgeslagen verkamering wordt aangepakt. Het verkameren van woningen is een verdienmodel geworden. Als hele straten of woonblokken verkamerd zijn, kan dat (geluids)overlast veroorzaken en grote impact hebben op een buurt. Ook blijven er dan onvoldoende woningen over voor gezinnen. Met het quotum kunnen we ervoor zorgen dat er plek blijft voor iedereen in Amsterdam omdat buurten gemengd blijven.

Tegelijkertijd willen we niet dat door het nieuwe quotum ineens nog meer huidige woningdelers op straat worden gezet. Daarom zijn we blij dat voor hen een oplossing is gevonden: de overgangsregeling.

Idealiter had GroenLinks graag gezien dat onderscheid gemaakt werd tussen mensen die al woningdelen en nieuwe verkamering. Dat blijkt juridisch niet mogelijk. Ook hopen we dat er in de toekomst een leefbaarheidstoets kan komen, zodat vergunningen beter kunnen aansluiten bij de verschillen tussen buurten: de ene buurt is immers beter geschikt voor woningdelen dan de andere. We blijven ons daarvoor inzetten. Gedeelde wijken, zonder dat het voor problemen of overlast zorgt, moet wat ons betreft kunnen.

De woningnood onder studenten en starters pakken we aan. De komende jaren bouwt Amsterdam er 10.000 jongeren- en studentenwoningen bij.