Hoe ziet het leven er op dit moment uit voor Amsterdammers? Wat is anders, wat gaat door? Waar maak je je zorgen over? We vroegen het aan Esther Lagendijk, stadsdeelbestuurder in Amsterdam-Noord.

Voor iedereen ziet het leven in de stad er van de ene op de andere dag anders uit. Nu het ineens niet meer kan, besef je hoe waardevol het is dat je even bij iemand langs kunt gaan, bijeenkomsten hebt waar je samen bijpraat. Om toch een beetje op de hoogte te blijven van elkaar, nodigen we de komende tijd mensen van GroenLinks Amsterdam uit om te vertellen waar zij op dit moment mee bezig zijn.

 

Hoe gaat het met je?

Het gaat goed met mij en met mijn gezin, maar ik vind het moeilijk dat ik mijn ouders van in de tachtig niet meer kan bezoeken. Ik werk vanuit huis en probeer tussendoor mijn twee pubers aan het schoolwerk te houden, waarbij ik me realiseer dat ik dit vanuit een luxepositie kan doen. Ik kan ze helpen met de lesstof, alhoewel ik me soms echt helemaal opnieuw erin moet verdiepen, want veel is weggezakt. En gelukkig kunnen beide zoons rustig werken vanuit hun eigen kamers met een eigen computer.

Wat zie je om je heen?

Bij veel kinderen en jongeren hier in Noord is de situatie helaas anders dan bij ons thuis. Bijvoorbeeld, bijna dertig procent van de bewoners van Noord is laaggeletterd en dan is het echt wel moeilijker om je kind te begeleiden bij het thuisonderwijs. Ook zijn er vaak geen computers, laptops en iPads beschikbaar, of deze moeten gedeeld worden met meerdere broertjes en zusjes.  Gelukkig heeft de gemeente budget vrijgemaakt voor de aanschaf van digitale middelen om het thuisonderwijs voor iedereen mogelijk te maken.

Welke signalen krijgen jullie verder van bewoners?

Ik ben blij dat er steeds meer informatie beschikbaar komt voor mensen die geen Nederlands spreken, en pictogrammen voor minder taalvaardigen. Ook gaan er nu informatiebussen de wijken in. Dat is heel belangrijk, want de eerste dagen van de crisis spraken de sociale partijen binnen het stadsdeel nog te veel mensen die nog nooit van corona gehoord hadden. Ik krijg nu langzamerhand signalen dat iedereen het begrepen heeft en dat de ernst van de situatie nu echt bij iedereen is doorgedrongen, maar het is belangrijk om te blijven informeren, zeker nu de maatregelen aangescherpt zijn.

Waar maak je je op dit moment zorgen over?

Ik krijg nog steeds signalen dat jongeren het nog niet helemaal serieus nemen. Zelfs de pubers bij mij thuis vinden het eigenlijk overdreven gedoe en op straat zie ik nog te veel jongeren in kluitjes hangen, maar ik heb wel het idee dat het iets minder aan het worden is. Ook maak ik me zorgen over signalen over een toename van huiselijk geweld. Het is belangrijk als gemeente om daar, samen met Veilig Thuis en de sociale organisaties, bovenop te zitten. Het is natuurlijk ook niet niks om weken op elkaars lip te zitten, zeker als je een klein huis hebt.

Hoe is de sfeer op straat?

Het virus zorgt naast voor angst en eenzaamheid ook voor mooie dingen; meer medemenselijkheid en solidariteit. Mensen komen op voor elkaar en helpen elkaar door in deze bange tijd bijvoorbeeld voor anderen boodschappen te doen en honden uit te laten. Ik heb het idee dat mensen elkaar op straat meer groeten, natuurlijk op gepaste afstand.

Hoe zie jij de komende tijd voor je?

Misschien komen we ook tot bezinning en is er helaas een pandemie nodig om onze soms wat dolgedraaide wereld tot rust te laten komen. Ik hoop dat we straks de waardering voor de vitale beroepen in onze maatschappij vast kunnen houden en dat we ons, door het tijdelijk ontberen ervan, realiseren dat kunst en cultuur zo’n mooie verdiepende en urgente rol kan spelen in ons persoonlijke maar ook het openbare leven. Eerst moeten we hier doorheen en de kwetsbaren beschermen door ons echt aan de opgelegde regels te houden, maar laten we hopen op een mooiere wereld, voor straks. En voor nu: hou afstand!