Lees hieronder de volledige tekst:

Dank voorzitter.

Het is een groot voorrecht, om hier op deze bijzondere plek te mogen staan. En laat ik dan maar meteen van de gelegenheid gebruik maken, om te zeggen dat ik in deze raad mag blijven, aangezien ik de eer heb de zetel van Zeeger over te nemen. Dat betekent dat ik helaas niet meer terugkeer in de stadsdeelcommissie in West. En vanaf deze plek wil ik mijn collega’s bedanken voor de fijne samenwerking de afgelopen 6 jaar, ik kom binnenkort zeker nog langs voor een vertrouwde borrel in ’t Lommertje.

Voorzitter, dat betekent dat u mij de komende jaren vaker gaat zien achter dit spreekgestoelte. Waar ik mijn maidenspeech mag houden over dit belangrijke onderwerp; bestaanszekerheid. En hoewel mijn voorkomen anders doet vermoeden, ben ik helaas meer bekend met dit agendapunt dan ik zou willen.

U weet; ik draag in deze zaal vaak een pak met een das. Het laatste overigens tot groot genoegen van een niet nader te noemen wethouder. En ja, als mensen mij zien, dan rekenen ze mij vaak tot de fractie van de mannenbroeders. Maar ik moet jullie teleurstellen mannen, ik ben toch echt een enorme linkse rakker. En ik ben dan ook buitengewoon dankbaar dat ik de komende jaren onderdeel mag blijven uitmaken van de beste en leukste fractie van deze raad. En daar bedoel ik zeker ook de mensen van het bureau mee.

Bij de voorbereiding van deze speech werd mij geadviseerd om er iets persoonlijks van te maken, “deze kans krijg je maar één keer”. Welnu, zoals ik al aangaf ben ik helaas bekender met dit onderwerp dan ik zou willen. Zonder nu al te diep in te gaan op een lange en pijnlijke geschiedenis, redde mijn moeder mij als kind. Daar zaten we dan; mijn moeder, mijn kleine broertje, zusje en ik. Tot op de dag van vandaag snap ik niet hoe mijn moeder het gedaan heeft, alleen 3 kleine kinderen opvoeden. Kinderen opvoeden is een opgave, alleen kinderen opvoeden is nog zwaarder, alleen kinderen opvoeden met weinig geld is bijkans onmogelijk. Maar het is haar gelukt en gelukkig kregen we veel hulp. Van mijn geweldige oma, familie, buren en vanaf mijn 9de samen met de man die ik sindsdien vol trots mijn vader mag noemen. Elkaar helpen als het leven tegenzit, dat is wat mensen doen.

Het is mede daarom dat ik mij zo enorm stoor aan de Participatiewet die juist dit soort hulp veroordeelt. Waarbij we vol overgave mensen in de bijstand controleren of ze niet te veel hulp van anderen krijgen. We pakken mensen omdat ze een tasje boodschappen van hun naasten krijgen. In de Agenda Bestaanszekerheid is duidelijk te lezen hoe dit college de randen van de wetgeving opzoekt en 1 maart vorig jaar besloot de giftengrens in de bijstand te verhogen. Met mijn motie hoop ik het college te helpen nog meer ruimte te vinden om mensen te kunnen helpen.

Mensen te kunnen helpen, zodat zij het stuur van hun leven weer in handen kunnen nemen. Zodat zij keuzes kúnnen maken. Niet alleen eten voor je kinderen kopen, maar ook een cadeautje als zij jarig zijn. Ik kan mij nog helder voor de geest halen hoe blij ik als kind was met een trainingsbroek van Ajax, dat was gewoon een joggingbroek met daarop een Ajax-logo van 1 gulden genaaid. Wat was ik blij! Ik ging naar school in die broek, voetbalde ermee en wilde er het liefst in slapen. Pas als je ouder wordt, besef waarom er niet een dure trainingsbroek werd gekocht.

Voorzitter, bij de afgelopen verkiezingen was bestaanszekerheid hét centrale thema. Door de hoge inflatie en energieprijzen kwam de bestaanszekerheid van een steeds grotere groep mensen ernstig onder druk staan, waardoor dit onderwerp alle aandacht kreeg. Terecht én pijnlijk. Want in ons ongekend rijke land was en is armoede nog altijd volop aanwezig. Een schande in zo’n welvarend land.

Voorzitter, er wordt vaak gezegd dat “links dit land kapot heeft gemaakt.” Als dat al waar zou zijn, dan zou dat een prestatie van formaat zijn. Dit land heeft ooit, lang geleden, één echt links kabinet gehad: het kabinet Den Uyl in 1973. En de leider van dat kabinet citeerde ooit de Duitse toneelschrijver Berthold Brecht, in een beroemde speech:

Denn die einen sind im Dunkeln
Und die anderen sind im Licht.
Und man sieht nur die im Lichte
Die im Dunkeln sieht man nicht.

Voorzitter, de metafoor met onze samenleving is overduidelijk. Maar het deed me ook denken aan de wereld waar ik zo graag vertoef, het theater. Daar stralen wij op het toneel, in het licht. Maar wij weten al dat te goed dat dat onmogelijk is zonder al die mensen in het donker. De technici, de mensen backstage. Medespelers die in het donker snel het toneel ombouwen, terwijl u als publiek gefocust bent op degene in het licht.

Als raad staan wij in het licht. Op onze schouders rust de morele plicht om naast de mensen te gaan staan die in het donker leven en hen ook in het licht te zetten.

Tegen de kleine Carlootjes van deze stad wil ik zeggen: ik zie jullie, ik hoor jullie. En ik zet alles op alles om jullie in het licht te zetten.